key | EUdict | English>Dutch

Results for: key

English	Dutch
key	sleutel; oplossing; toets; toonaard; muzieksleutel, sleutel; toegang, verklaring; toon, toonaard (in de muziek); toets (v. piano, schrijfmachine), klep (v. blaasinstrument); een laagliggend eiland, toonschaal, toonladder, scala, vals (v. zingen); niet har
key	spie
key	toonaard
key	toonsoort
key	sleutel (n)
key	toets (n)

Translations: 1 – 6 / 6

Total number of language pairs: 544
Total number of translations (in millions): 15.4